Een bos kan op veel verschillende manieren worden beheerd, er valt dus veel te kiezen. Bos beheren betekent zorgen voor het bos en tegelijkertijd zet de beheerder het bos naar zijn / haar hand, om de gekozen doelen te realiseren. Dat naar zijn hand zetten - sturen in de bossamenstelling en bosopbouw - gebeurt vooral door middel van het omzagen van bomen. Een beheerder heeft veel maatregelen ter beschikking: aanplanten van jonge bomen, afrasteren tegen wildschade, bodembewerking om natuurlijke verjonging te stimuleren, bomen ringen, en zo meer. Maar het zagen van bomen is het belangrijkste middel om te sturen en heeft veruit de grootste impact. Het gaat dan om dunnen of verjongen. Bij dunnen worden bomen weggenomen om ruimte te maken voor andere bomen, bij verjongen wordt er ruimte gemaakt voor nieuw bos.
Aan dat zagen gaat kiezen vooraf: kiezen op verschillende niveaus en op verschillende momenten. De keuzes die de beheerder in het terrein maakt steunen op een visie, over het algemeen beschreven in een beheerplan. Zo’n beheerplan is voor langere tijd vastgesteld en kan meer of minder uitgebreid zijn. Het beschrijft de feitelijke situatie In het inventarisatiedeel van het beheerplan staan gegevens over de bodem, de waterhuishouding, de ecologische kwaliteiten van het terrein, de bossamenstelling, de houtvoorraad, e.d. van het bosgebied en de doelstelling die de eigenaar van het bos voor ogen staat: welke functies moet het bos vervullen en welke beheervorm of combinatie van beheervormen worden voor het bos gekozen (zie deel 4: Bosbeheer à la carte). Deze keuzes monden uit in een beschrijving van de te nemen maatregelen en de planning van de uitvoering. In de beheerplannen staan vaak ook andere aspecten van het beheer beschreven zoals de waterhuishouding, de recreatieve voorzieningen, de communicatie met gebruikers, de monitoring van flora en fauna, e.d.
Het beheerplan beantwoordt dus drie vragen:
Wat hebben we?
Wat willen we?
Hoe moet dat?"
Voor het functioneren en voor de ontwikkeling van een bos zijn de dunningen en de verjonging het meest bepalend. Keuzes die deels op papier, maar vooral in het terrein moeten worden gemaakt.