Landschapsarchitect Patrick Ruyzenaars: ‘Bos fascineert, bos spreekt tot de verbeelding en bos is tegelijkertijd vanzelfsprekend. Op ontdekkingstocht tussen de rijzige mystiek van de stammen kun je uren dwalen door het bos. De geur van de bosvloer en de filtering van het licht door het bladerdak geven rust. Als lamellen die langzaam het decor sluiten, nemen de stammen je op in de wereld van het bos. Dat is het mooie van bos, je hoeft er geen mening over te hebben, je ondergaat het’.

a. De betekenis van bos voor bezoekers

Het bos is bij veel mensen onverminderd populair. In de coronatijd is het bosbezoek zelfs explosief gestegen. Soms is bos vooral decor: voor een villawijk, een camping en sporters zoals mountainbikers. Natuurvorsers kijken daarentegen juist heel gedetailleerd naar de bomen, planten en dieren. Veel hondenbezitters maken er soms meerdere keren per dag hun vaste rondje. Maar de gewone wandelaars, die vooral op vrije dagen naar het bos trekken, vormen de hoofdmoot van de bezoekers. Op mooie herfstdagen staan parkeerplaatsen overvol. Het filelopen op de bospaden doet voor de meeste mensen kennelijk geen afbreuk aan het genoegen in het bos te zijn. Naast het belang van bos voor de houtvoorziening en de bescherming van de biodiversiteit is - maatschappelijk gezien - recreatie de belangrijkste functie van het bos.

De grote populariteit van bos laat zich makkelijk verklaren. Er heerst een aangenaam klimaat, er is veel te zien en het geeft rust. Je kunt er van op aan, het bos is er altijd en er verandert in de ogen van veel mensen niets of weinig. Onverwachte zaagwerkzaamheden kunnen wel lelijk roet in het eten gooien. Met name het maken van verjongingsplekken kan de beleving van het vertrouwde boslandschap voor de vaste bezoeker danig verstoren. Steeds meer beheerders kondigen daarom door middel van tekstbordjes in het bos het zaagwerk van te voren aan, en dat blijkt de ‘pijn’ behoorlijk te verzachten. Als de (vaste) bosbezoeker van de schrik bekomen is, wordt de tijdelijke open ruimte – mits zorgvuldig vormgegeven – in het boslandschap veelal gewaardeerd.

b. Wie vindt wat mooi?

Zoveel mensen zoveel zinnen geldt ook voor bos. De voorkeuren voor bepaalde type bos lopen sterk uiteen. De een is gecharmeerd van een kaal, open beukenbos waar je ver onderdoor kunt kijken (zoals het zogenaamd kathedraalbos in Zoniënwoud), een ander vindt een dicht fijnsparren bos het spannendst (‘als ergens feeën en elfjes wonen, dan is het wel in dat donkere bos’). Sommigen vinden alleen ‘dennenbos’ echt bos, ze moeten de geur van hars ruiken. In Nederland is in hun ogen alleen de Veluwe echt bos.

Bomen op een rijtje en strakke dunningspaden verstoren de illusieOordelen zijn dus heel persoonlijk. Toch zijn er – na het bevragen van vele honderden mensen in de loop der tijd – wel wat gemeenschappelijk opvattingen vast te stellen. Veel mensen waarderen afwisseling: naald/loof, open/dicht, oud/jong bos, statige lanen/kleine bospaadjes. Daarnaast bestaat de indruk dat bezoekers – wellicht deels onbewust – de harmonie van een bosbeeld waarderen. Bossen waar lange tijd niet in gewerkt is stralen vaak meer rust uit. Het beeld van de ongereptheid wordt herkend en gewaardeerd.

Bij het bevragen van bezoekers over de beleving van het bos is er één opvallend - bijna collectief - minpunt, namelijk ‘bomen op een rijtje’. Dat is niet onlogisch: mensen beleven (of willen beleven) het bos immers als natuur, en een strak aangelegde beplanting verstoort die verwachting. Ook de sporen van machines in het bos, rechte dunningspaden en de restanten van zaagwerk Restanten zaagwerk: dikke stukken afgezaagd hout; zaagrestanten verstoren het ‘natuurlijke’ bosbeeld. verstoren de beleving van natuurlijkheid en ongereptheid van bezoekers.

Ten aanzien van de waardering door bezoekers voor verschillende bostypen en bosbeelden zijn twee redeneringen te volgen. De ene is: het maakt voor de meeste mensen niet uit wat voor een bos het is, als het maar bos blijft. Deze logica sluit aan bij de stelling: de populariteit van een bosgebied hangt vooral af van de omvang van de parkeerplaats. Ofwel, als ik mijn auto op een veilige plek kwijt kan (en mijn hond los mag lopen) maakt het soort bos niet uit. Zo bezien heeft de beheerder dus alle vrijheid om het bos zo in te richten en te behandelen als hem of haar goed dunkt.

Mooi bos maken, of bos mooi maken is niet zo moeilijkEen andere redenering gaat uit van een meer kritische en bewuste (of misschien deels onbewuste) beleving van de bosbezoeker. De beheerder zal in dat geval juist proberen het bos voor de bezoeker aantrekkelijk maken en zich op verschillende plekken in het bos afvragen hoe de bezoeker het bos op die bepaalde plek beleeft. Nog beter: de bosbeheerder vraagt het geregeld aan zijn bezoekers.

Mooi bos maken, of bos mooi maken is niet zo moeilijk. Het gaat bijvoorbeeld om het vrijstellen van markante bomen, het maken en in stand houden van (kleine) open plekken en het creëren van gevarieerde bosbeelden. Ook het ‘van onder open houden van het bos’ direct naast de paden komt de beleving van het bos ten goede, de wandelaar kan dan een stukje van zich af kijken en kijkt niet tegen een dichte groene wand Onder een bos met schaduwboomsoorten is de ondergroei en de vegetatie meestal beperkt. Voor wandelaars (fietsers letten meestal alleen op hun traject) is het aangenaam om vanaf het pad een stukje het bos in te kunnen kijken. Het is daarom nuttig om langs de wegen en paden voor schaduwboomsoorten te kiezen, dan wel te laten staan, waardoor de ondergroei daar beperkt blijft. aan.