Om bosbeheer te begrijpen is het nodig besef te hebben van twee fenomenen: de jaarlijkse groei van bomen en de concurrentie tussen de bomen onderling. Een bosbeheerder stuurt in deze natuurlijke processen - vooral door bomen om te zagen. Dat zagen kent twee vormen: bos uitdunnen of bos verjongen. Bij dunnen wordt groeiruimte gemaakt voor favoriete bomen, bij verjongen gaat het om ruimte maken voor nieuw bos. Achter de keuze welke bomen of welk stuk bos om te zagen gaan serieuze afwegingen schuil. Twaalf boslessen geeft inzicht in de afwegingen die een bosbeheerder daarbij maakt in de context van het Nederlandse en Vlaamse bos.

Bos beheren vraagt om een lange adem: het huidige bos is resultaat van keuzes en inspanningen uit het verleden. Het is leerzaam om kennis te nemen van het ontstaan en de gebruiksgeschiedenis van ons huidige bos. Sinds de zeventiger jaren van de vorige eeuw gaat het om meer dan alleen hout produceren. Het huidige bosbeheer kent in zijn uitvoering vele varianten, afgestemd op verschillende doelen. Soms gaat het vooral om de natuur in het bos, in andere gevallen is ook het produceren van hout van belang. In vrijwel al onze bossen speelt daarnaast de beleving van de bezoekers een rol in het beheer.
Deze Twaalf boslessen zijn bedoeld om een beeld te geven van het mooie, maar complexe werk van de bosbeheerder.